top of page

De transfer naar België

 

De uiteindelijke transfer van de kinderen naar België gebeurde in verschillende golven. Enkele kinderen werden reeds in 1958 naar Europa gestuurd maar het merendeel zou pas in 1960, nadat de hulp van de Belgische autoriteiten de evacuatie financieel ondersteunde, naar België komen. Ook al waren de kinderen opgeëist door de koloniale staat en ondergebracht in het instituut van Save, dit betekende echter niet dat de autoriteiten of zuster Lutgardis, de directrice van het "Instituut voor Mulatten", hen zomaar naar België konden brengen. Toestemming van de ouders was noodzakelijk.

 

Toestemming van de ouders

 

Metiskinderen die wettelijk waren erkend door hun Europese ouder (meestal de vader) konden naar België worden gebracht als deze ouder de toestemming gaf. De toestemming van de Afrikaanse ouder (meestal de moeder) was in dit geval niet noodzakelijk en werd bijgevolg niet gevraagd. 

 

Het merendeel van de kinderen in Save was echter niet wettelijk erkend door de Europese ouder. In dit geval was de toestemming van de Afrikaanse moeder noodzakelijk. De koloniale autoriteiten namen de taak op zich om de moeders op te sporen en te overtuigen een akkoordverklaring te tekenen. Daarin werd gesteld dat de ouder toestond dat het kind naar België zou verhuizen om zijn of haar studies af te werken en dat het kind daarom onder de voogdij van de staat mocht geplaatst worden. Het merendeel van de moeders ondertekende deze akkoordverklaring. Vandaag kan men zich echter vragen stellen bij deze gang van zaken. Hoeveel keuzevrijheid hadden de moeders? Ze maakten namelijk deel uit van een systeem van onderdrukking en discriminatie waarin ze weinig zeggenschap hadden. Als gekoloniseerden, als vrouw en als ongetrouwde, alleenstaande moeder stonden ze helemaal onderaan de sociale ladder. Bovendien konden heel wat moeders lezen noch schrijven en ondertekenden zij de verklaring met een duimafdruk. Waren zij zich bewust van de implicaties van het akkoord dat ze tekenden? 

 

Vele moeders werden niet gevonden en kregen bijgevolg niet de kans de akkoordverklaringen te tekenen. Wanneer zoektochten naar de moeders zonder resultaat bleven, of wanneer moeders overleden waren, werden voogdijpapieren opgesteld die de voogdij over het kind verlegden naar een gewestbeheerder en in sommige gevallen naar zuster Lutgardis. In dit geval werd de uiteindelijke akkoordverklaring door hen getekend. 

 

Verzet! 

 

Niet alle moeders waren het eens met de evacuatie van hun kinderen. Vele moeders wilden hun kind liever dichterbij houden en vonen een humanitaire evacuatie alles behalve noodzakelijk. Verschillende moeders weigerden de akkoordverklaring te tekenen. Zij kregen te horen dat, indien zij niet akkoord waren met de verhuis van hun kinderen naar België, zij dienden opdraaien voor de kosten van het onderwijs dat hun kinderen tot dan toe genoten hadden en dat zij bovendien zelf zouden moeten instaan voor de verdere kosten van onderwijs voor hun kind in Ruanda-Urundi. Aangezien het bedrag van de studie- en onderhoudskosten van de kinderen in Save de mogelijkheden van de moeders ver overschreed, bezweken velen onder de druk en lieten ze hun kind alsnog vertrekken. 

 

Hoewel sommige moeders zich tot het bittere eind bleven verzetten tegen de evacuatie van hun kinderen zijn er maar enkele gevallen bekend waarbij deze protesten ook effectief waren. De meeste kinderen werden alsnog naar België gebracht. 

 

Verscheurde families en uiteenlopende belevenissen

 

De jaren na de evacuatie ontvingen zowel de organisaties die in stonden voor de plaatsing van de kinderen in België als diverse pleegfamilies vragen van Afrikaanse moeders die smeekten om informatie over hun kinderen. Dit doorprikte de mythe dat de kinderen 'verlaten' waren door hun vaders en moeders. Plotseling bleken kinderen waarvan men in België dacht dat het weeskinderen en verwaarloosde kinderen waren, moeders te hebben die met een gebroken hart waren achtergebleven na het vertrek van hun kinderen. 

 

Net als voor de pleegfamilies, kwam dit voor heel wat kinderen als een verrassing. Ook zij waren opgegroeid met het idee dat hun vader en moeder niets om hen gaven en dat ze daarom in het instituut van Save terecht waren gekomen. Andere kinderen, diegenen die tot op latere leeftijd bij hun moeder hadden gewoond, wisten dat dit niet waar was geweest. Sommige kinderen hadden zelf bewust gekozen om naar België te gaan ook al was dit tegen de wensen van hun moeder. Ze zagen in België het beloofde land, een rijk land waar ze alle mogelijkheden zouden krijgen om te studeren en een toekomst op te bouwen. 

 

 

bottom of page